Algemeen
Home
Ervaringsverhalen zorgverleners
Ervaringsverhalen zorgverleners
Hoe is het om te leven met Lymfoedeem of Lipoedeem? Het lezen en delen van ervaring en het uitwisselen van informatie helpt vaak. Voor patiënten, maar ook voor familie en zorgverleners. Hier verzamelen we binnenkort onze verhalen.
Patiënten de beste zorg geven, dat maakt het uniek
Het Expertisecentrum Lymfovasculaire Geneeskunde (ECL) in Drachten is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van lymfoedeem en lipoedeem. Het ECL is erkend als nationaal en internationaal expertise centrum. In het ziekenhuis werkt een behandelteam samen om bij iedere patiënt de juiste diagnose te stellen en een op de persoon afgestemde behandeling te bieden. Gerda Dijkstra is sinds een jaar manager en in dit interview vertelt ze over het expertisecentrum.
Het ECL-team
Gerda: ‘Ons hele team bestaat uit 80 collega’s die direct en indirect betrokken zijn bij onze patiënten. Daarbij denk ik ook aan de verschillende secretariaten en de chirurgische teams en het team van verpleegkundigen. Dat zijn 12 gespecialiseerde collega’s die er dag in dag uit zijn voor patiënten, psychologen, oedeemtherapeuten, fysiotherapeuten, psychologen en maatschappelijk werkers. De vijf dermatologen zijn protocolhouder.’
Gerda: ‘Al deze mensen werken vanuit hun eigen expertise intensief op interprofessionele wijze samen rond en met de patiënt. Belangrijk is dat we verder kijken als de medische diagnose en de invloeden van de ziekte op het dagelijks leven van de meenemen in het plan van aanpak. Samen met de patiënt maken we een zogenaamd bio-psycho-sociaal gezondheids-profiel. Daarbij kijken we ‘functioneel’: wat kan en wil je kunnen doen en op welke manier kun je zelf bijdragen aan je doelen: de zogenaamde zelfmanagement-vaardigheden. Een voorbeeld van zo’n doel is het stabiel houden van je aandoening. Als een patiënt hier niet volledig toe in staat is, of nog niet, denken we mee en stellen we samen met de patiënt een nazorgplan op. In dit plan wordt bijvoorbeeld de omgeving betrokken of worden afspraken gemaakt met lokaal werkende zorgverleners. De ondersteuning bij zelfmanagement wordt ‘samen-management’ genoemd.’
Het behandeltraject van het ECL
Gerda: ‘We zijn een tertiair centrum, dat betekent dat patiënten door een specialist worden doorverwezen. Een intakeverpleegkundige maakt eerst een afspraak voor een intakegesprek. Tijdens dat gesprek staat de hulpvraag van de patiënt centraal en bespreken we eventuele andere aspecten die belangrijk zijn. Wat wil je graag kunnen doen of bereiken?’
Daarna is er een afspraak met de dermatoloog, die de hulpvraag verder bespreekt en de medische diagnose stelt. Als op basis van deze intake verdere beoordeling vanuit andere disciplines nodig is of een intensieve gespecialiseerde behandeling zinvol lijkt wordt de patiënt voorgesteld de – zo genoemde – werkgroep te bezoeken. Zo’n werkgroep bestaat uit een oedeemtherapeut, fysiotherapeut, verpleegkundige, de dermatoloog en een vaatchirurg. In het geval van kinderen met aangeboren lymfoedeem wordt ook de kinderarts, kinderfysiotherapeut en de klinisch geneticis betrokken. Tijdens deze werkgroep worden alle aspecten die met de hulpvraag en de medische diagnose te maken hebben besproken. Vervolgens wordt in samenspraak met de patiënt een passend plan opgesteld. Eén van de mogelijkheden is een klinisch opname programma.
Het plan van aanpak wordt samen met de patiënt opgesteld. Het proces dat daarvoor doorlopen wordt is de ‘gezamenlijke besluitvorming’. Gerda: ‘Een vraag die we bijvoorbeeld kregen is: ‘ik wil heel graag kunnen skiën, maar kan dat überhaupt met mijn been?’ Het ECL kan dan – naast de behandeling – ook advies geven, samen met bijvoorbeeld een fysiotherapeut uit het team. Het multidisciplinaire team spreekt elkaar wekelijks en uiteindelijk kan iemand toch proberen te skiën. Dat is echt prachtig.’ Als een opname onderdeel is van de behandeling dan is die opname in de kliniek van het ECL in het ziekenhuis Nij Smellinghe. Er volgt een intensieve therapie die meestal twee tot drie weken duurt. Daarna is de opname afgerond en worden therapeutisch elastische kousen of andere compressiematerialen aangemeten. Die zijn beschikbaar als een patiënt weer naar huis gaat. Na een opname volgt meestal direct de ‘onderhoudsfase’. Voor de patiënt gaat de aandacht dan vooral naar het zelfmanagement, het opbouwen naar en onderhouden van een gezonde leefstijl en het oppakken van belangrijke activiteiten in het dagelijks leven.
Soms blijkt in de werkgroep dat de diagnose heel anders is: er is geen sprake van lymfoedeem of lipoedeem. Dan worden patiënten verwezen naar een passend (vervolg)traject. Patiënten krijgen altijd een advies.
Voor kinderen
Gerda: ‘Voor kinderen met aangeboren lymfoedeem die jonger zijn dan 1 jaar werkt het ECL samen met de Ronald McDonald-hoeve (Hoeve | Kinderfonds). De hoeve is vlakbij, in Beetsterzwaag. Jonge kinderen kunnen daar met hun ouders overnachten en komen voor de behandelingen naar het ECL. De hoeve bootst de thuisomgeving na, met een eigen kamer, slaapkamers, badkamer, keuken, klein terras, maar ook een speelplein voor alle kinderen. Er is ook een kinderafdeling in het ziekenhuis, vooral als er meer zorg nodig is. Bijvoorbeeld na een operatie of wanneer de kinderarts erbij betrokken is. Juist omdat een opname een flinke impact heeft, is het soms goed dat een gezinslid in de buurt van het ziekenhuis kan overnachten.’
Na de behandeling en een eigen app
Het ECL heeft bovendien een eigen digitaal hulpmiddel: het ‘Beter dichtbij programma’. Patiënten kunnen het programma als app op de telefoon zetten en zo contact opnemen voor hulp of een vraag. Het ECL beantwoordt een vraag binnen twee dagen. Zo is er altijd een mogelijkheid tot contact en hoef je een probleem of vraag niet zelf op te lossen.
Het ECL heeft ook een satelliet centrum in Utrecht waar mensen gezien worden, het OOFU. Gerda: ‘De meeste patiënten wonen niet in de omgeving van Drachten en dan is de reis naar Utrecht vaak prettiger. Daarnaast is er jaarlijks een telefonisch consult met de dermatoloog. We proberen patiënten zo zelfstandig mogelijk te laten zijn met bijsturing of ondersteuning waar nodig.’
De wachtlijst oplossen
Gerda: ‘Tijdens corona ontstond er een wachtlijst omdat alleen nog spoedzorg mogelijk was. Inmiddels is dat flink ingehaald. We hebben aan inhaalzorg gedaan en waren vier zaterdagen open om patiënten te zien en te helpen. Dat is het mooie van het ECL. Iedereen is erg betrokken en het ziekenhuis denkt en werkt erg goed mee. We staan dicht bij de patiënt.
Ik ben er nu ruim een jaar en heb bewondering voor de inzet en aandacht van mijn collega’s voor de patiënten. Ik zie dat terug in de behandelingen en nog belangrijker, dat krijgen we ook zo terug van patiënten.’
Waarom is het ECL er, in jouw woorden?
Gerda: ‘Om mensen te helpen met problemen rond zwelling en in het bijzonder lymfoedeem en lipoedeem. We hebben we een soort landelijk netwerk gecreëerd: Vaak worden de mensen prima door het eigen ziekenhuis of therapeut behandeld. Maar als het niet lukt of er zijn vragen wat het is, dan kan een patiënt altijd worden verwezen. Voor zeldzame aangeboren lymfoedeem hebben we zelfs een Europees netwerk waar we lid van zijn. Het devies is: patiënten in de Europese Gemeenschap de beste zorg geven, ook als het in een ander land moet. In het ECL hebben we al mensen behandeld uit meerdere Europese landen. Verder is het essentieel dat kennis en ervaring wordt gebundeld en gedeeld: dat maakt een centrum uniek.’
Lees verder
- Over het Europese netwerk VASCERN: www.vascern.eu
- Over lymfoedeem en lipoedeem
In ons tijdschrift Lymfologica, dat twee keer per jaar verschijnt, delen we nog veel meer informatie: over de laatste ontwikkelingen, interviews, sport, dieetzaken en met de ervaringsverhalen. Ons tijdschrift is gratis voor sponsors. Wil je de Lymfologica ontvangen? Meld je aan als sponsor van NL Net.